In veel van zijn werk komt het teken ‘Boter, kaas en eieren’ voor. Hij zei hierover: ‘Je moet altijd het spelelement in het leven voor ogen houden. ‘Hij was een ‘player’, keek met een knipoog naar het leven. Hij was ook een schaker: hij schilderde een schaakbord op de vloer van zijn kerk en ontwierp grote kunstzinnige schaakstukken, en strategische zetten voor het leven oefende hij op zijn schaakbord.
Op zijn zelfontworpen doodskist, een toonbeeld van schoonheid en sereniteit, had hij ook een schaakbord geschilderd. Zijn motto was: “Denk vooruit, hoe zet je je zetten in het leven, blijf het hele speelveld overzien.”